Protocollen bij Doop en Huwelijk

Protocol bij Doop

1. Op de eerste zondag na de geboorte wordt er een roos, met een kaartje waarop de naam van het kind staat, op de liturgische tafel gezet. In de regel worden roos en kaartje na de dienst bij de ouders bezorgd. De roos en het kaartje worden verzorgd door Helen Verbree.
2. De aanvraag voor de doop wordt in principe gedaan bij de kerkenraad. In de praktijk gaat dat meestal via de predikant/pastor.
3. Voorafgaande aan de doop worden er een of meerdere gesprek(ken) gevoerd door de predikant/pastor met de doopouders over inhoud en vorm van de doop. 
4. Voorafgaand aan de dienst moet er gezorgd worden voor een doopkaars en doopkaart.
5. De doopouders worden ontvangen in de kerkenraadskamer en gaan met de kerkenraad naar binnen.
6. Het maken van beeldopnames vormt geen bezwaar, mits dit niet storend is.
7. Na de dienst krijgen de gemeenteleden de gelegenheid de doopouders te feliciteren.

Protocol bij Huwelijk

1. In principe wordt de aanvraag voor het huwelijk gedaan bij de kerkenraad. In de praktijk gaat dat meestal via de predikant/pastor.
2. De predikant/pastor bereidt de dienst samen met het bruidspaar voor.
3. In de trouwdienst zijn een ambtsdrager en/of de pastoraal medewerker aanwezig.
4. Voorafgaand aan de dienst wordt een consistoriegebed uitgesproken (door de dienstdoende ambtsdrager of pastoraal medewerker).
5. Het bruidspaar kan door de voormalige hoofdingang naar binnen gaan en direct naar hun plaatsen gaan of door de huidige hoofdingang en ontvangen worden in de kerkenraadskamer.
6. De pastor zorgt voor een trouwbijbel. Welke bijbel het bruidspaar krijgt, wordt overlegd met het bruidspaar.
7. De predikant/pastor neemt contact op met Helen Verbree, die de tekst op een inlegvel kalligrafeert.
8. Het maken van beeldopnames vormt geen bezwaar, mits dit niet storend is.
9. Moet er iets gezegd worden over de mogelijkheid tot feliciteren, net als bij de doop?